Zorg is waar onze partner, het NCCR in Gaza, zich al tien jaar voor inzet. Maar zorg voor de gehandicapten is niet het enige dat er nodig is. Het onderwijs moet bereid zijn om kinderen met een beperking welkom te heten. Werkgevers moeten mensen met een handicap in dienst nemen. Taxichauffeurs mogen mensen die niet kunnen lopen niet weigeren. Gebouwen moeten rolstoeltoegankelijk worden.
Het NCCR zet zich samen met de gehandicapten in tegen vooroordelen, ze demonstreren minstens twee keer per jaar voor hun rechten, ze lobbyen bij de ministeries, politie en religieuze leiders, en hebben met succes een plaats veroverd in de media. Hun boodschap: ‘we zijn méér dan patiënt’, begint door te dringen. Vrouwen die tot voor kort thuis zaten, komen nu samen om borduurwerk te maken en te verkopen. Kinderen spelen met niet-gehandicapte leeftijdgenootjes. Jongeren ontmoeten elkaar, plannen acties en vragen met filmpjes, Facebook en een magazine aandacht voor hun situatie. Ze spreken zelf de ‘hoge heren’ uit de Gazaanse maatschappij aan en vragen hen – met succes – om steun voor hun zaak.
Hanan van 23 speelt rolstoelbasketbal. Ibrahim en Taufik dromen van een eigen bedrijf. En Heba, u leest haar column in onze laatste nieuwsbrief, heeft zich op het lobbywerk gestort.Dit alles was mogelijk dankzij uw giften. Er zijn grote stappen gemaakt. Maar de klus is nog niet geklaard. Met meer geld kunnen de gehandicapten nog meer bereiken.