Kifaia bezoekt Gaza

Ludo de Brabander is met stichting Kifaia in Gaza en bericht:

Als je naar Gaza reist moet je onvermijdelijk voorbij Kafka. Beter, Kafka is vooral ook de buurman van elke Gazaan. Het vergt wat administratieve rompslomp om toestemming te krijgen. Een humanitaire missie doet het. Ik ben met een missie mee van de Nederlandse organisatie Stichting Kifaia. Hun Gazaanse partner is de Palestinian Medical Relief Society. Gezondheidszorg is een van de grote kopzorgen in deze smalle dichtbevolkte strook die aan een Israëlische blokkade is onderworpen. De enige grenspost voor personenverkeer om Gaza binnen te trekken vanuit Israël is Eretz. Ik was er het laatst in 2003.

Zoals alles in de Palestijnse gebieden is de bezetting geëvolueerd tot een hoogtechnologisch controle en repressie-apparaat. De oude checkpoints met betonnen blokken of zelfs zandzakjes lijken inmiddels op grote vlieghaventerminals. In Eretz is de terminal bovendien erg groot uitgevallen hoewel er amper (voetgaand) verkeer is. De verveling valt zo af te lezen van de gezichten van militairen en veiligheidsmensen. “Is dat jouw camera?” vraagt een vrouwelijk veiligheidslid. Ja antwoordt een van mijn medereizigsters. “Die mag er niet in.” ’t Is te zeggen de camera wel maar niet de lenzen, hoewel die nochtans van klein formaat zijn. Andere keren vormde dat geen probleem, zo werpen we nog tegen. “Het zijn de regels”, zo horen we. Maar als we vragen waar we die regels kunnen vinden, moeten ze het antwoord schuldig blijven. Checkpoints zijn bakens van willekeur. Wat bij de ene wel kan, kan niet bij de andere. Zo gaat dat. Pech. Uiteindelijk moeten we een taxichauffeur inschakelen om drie camera’s terug naar Jeruzalem terug te laten brengen.

Andere regels zijn wel duidelijk, ze worden zelfs geafficheerd. Het Israëlische ministerie van Landbouw waarschuwt dat we geen fruit of groenten naar Gaza mogen meebrengen. Bloemen, zaden, zand, bakstenen, cement, vlees…, een ellenlange lijst met goederen die om mij onbekende redenen Gaza niet in mogen. Ik fantaseer mijn koffer vol zand en een veiligheidsbeambte die het in beslag neemt om ‘veiligheidsredenen’. Voor reizen uit Gaza worden de mensen zelf in categorieën ingedeeld: humanitaire werkers, Palestijnen, ‘foreigners’… Als een kastensysteem, de ene mag wat meer vanuit Gaza naar Israël meebrengen dan de andere, met de Palestijnen onderaan de ladder, tenminste die paar Palestijnen die meestal om medische redenen toch uitzonderlijk deze grote gevangenis mogen verlaten.

Dit ver doorgedreven embargo is tien jaar geleden ingevoerd na de machtsovername van Hamas. Gaza kreeg het label ’terroristen entiteit’. Sindsdien mag er amper nog iets in of uit. De economie stuikte ineen en de werkloosheid scheerde hoge toppen. Salarissen geraken niet meer uitbetaald. De export uit Gaza bedraagt amper 20% in vergelijking met de periode voor het embargo. Bijna de helft van de bevolking verkeert in voedselonzekerheid en drie kwart van de bevolking is afhankelijk van internationale hulp. Er is maar voor een paar uur elektriciteit, mede een gevolg van een intern dispuut tussen de Palestijnse Autoriteit op de Westelijke Jordaanoever en Hamas, de rivaliserende machthebbers in Gaza. In april 2017 werd de elektriciteitscentrale wekenlang stilgelegd, waardoor ook het waterzuiveringssysteem werd platgelegd en rioolwater zo de zee in vloeide. Volgens de VN gaat het over 108 miljoen liter onbehandeld water dat de zee in gaat. Meer dan de helft van de kuststrook is zwaar vervuild. Voor de visserij die door het embargo op zee al weinig voorstelt, is dat een complete ramp. Water is sowieso een groot probleem. Wat uit de kraan komt is ondrinkbaar en verzilt. Een openluchtgevangenis, met Kafka als buur, inderdaad. Meer de komende dagen.

(Foto’s: Ludo De Brabander)

Plaats een reactie