Kifaia-team in Gaza, dag 2 vervolg
13 december: bezoek aan Haider Abdel Shafi Primary Health Clinic, huisbezoek bij Akram.We worden ontvangen door dokter Ghassan, de wat slankere tweelingbroer van dokter Bassam, die we gisteren hebben gesproken. Hij vertelt over de verschillende soorten van zorg die de kliniek levert. Niet alleen curatieve, maar ook preventieve. Het gaat dan om uiteenlopende zaken als voorlichting aan chronisch zieken, gezondheid van vrouwen en kinderen, gezinsplanning, zwangerschapsbegeleiding. Ze voorzien in tandartszorg, dermatologie, pediatrie, KNO, fysiotherapie en rehabilitatie, en er is een apotheek.Ze ontvangen zo’n 150 patiënten per dag en bedienen de hele noordelijke Gazastrook. Tijdens de oorlog was de kliniek permanent open. Toen verzorgden ze wel 350 patiënten per dag, al was de vraag zelfs nog groter: meer dan 500 mensen per dag deden een beroep op hen.Een belangrijk punt is de toegankelijkheid. De zorg moet betaalbaar zijn voor de mensen. Sommigen, die het echt niet kunnen betalen, krijgen gratis zorg, anderen betalen er een bijdrage voor. Zo werkt Palestijnse solidariteit.Op het gebied van de gemeenschapszorg sporen ze diabetes en hoge bloeddruk op. 4% van de bevolking heeft namelijk diabetes zonder het te weten. Vroege opsporing kan veel ellende voorkomen. Hiervoor zouden ze nog meer geld willen hebben: voor diabetes- en bloeddrukmeters voor thuisgebruik. Dat kan complicaties schelen.De kliniek biedt huisartszorg, maar is ook een consultatiebureau, dat de voeding en de ontwikkeling van kinderen monitort. Dat is misschien wel extra van belang door het Israëlische beleg - niet alle voedingsmiddelen komen de grens over.Een zwak punt is nog de psychosociale zorg, vindt dokter Ghassan, voordat hij afscheid van ons neemt en we naar de rehabilitatiekliniek gaan.We spreken er met dokter Mustafa, die in rap Arabisch leegloopt. Projectcoördinator Nahid vertaalt. Voor het algemene beeld: de Gazastrook telde in 2012 maar liefst 97.000 mensen met een lichamelijke beperking (6,7% van de bevolking), van wie 39.000 met een ernstige beperking (2,6%).In de afgelopen oorlog, met zijn 11.200 gewonden, zijn er 1000 gehandicapten bij gekomen, 300 van hen kinderen.Tijdens de oorlog ging de PMRS naar opvangcentra en hielp op plekken waar bommen waren gevallen, ook om mensen onder het puin vandaan te halen. Ze bezochten ook ziekenhuizen om patiënten te screenen. Dit kwam allemaal bovenop het lopende werk.Gehandicapten hebben het ook moeilijk omdat ze worden gemarginaliseerd en tot de armste bevolkingsgroep horen. Daarom gaat rehabilitatie verder dan diagnose, fysiotherapie, bezigheidstherapie, verpleging, dagbesteding en hulpmiddelen. Het is ook zaak de mensen bewust te maken van hun rechten. Soms schamen families zich als ze een gehandicapt kind hebben. PMRS heeft veldwerk gedaan en is van deur tot deur gegaan om deze families te bezoeken. Ze traint de familie in de acceptatie en geeft workshops voor moeders, vaders, broertjes en zusjes. In het begin waren er veel hindernissen te nemen, maar nu, na 14 jaar PMRS-werk, gaat het beslist beter.Als het om kinderen gaat, worden eerst de moeders getraind in de omgang met het getroffen kind en in de omgang met hulpmiddelen. Er zijn ook ontmoetingen met lotgenoten, die ervaringen uitwisselen. Dit heet een moeder-moeder-uitwisseling.Als voorbeeld noemt Mustafa het geval van Ibrahim, een geamputeerde. Hij zat in een school waar vluchtelingen waren opgevangen toen die werd gebombardeerd. Zijn vader en broer kwamen om het leven, zijn moeder verloor een oog. Ibrahim is goed opgevangen. Hij krijgt fysiotherapie en heeft een stressrelief-rolstoel. Binnenkort krijgt hij een scooter. Hij is nu weer optimistisch en ziet het rehabilitatiecentrum nu als zijn tweede familie.De kleine Muhammed heeft leren lopen en zijn moeder geldt intussen als expert en helpt andere moeders met kinderen met gelijksoortige problemen.Het rehabilitatiecentrum heeft ook een ruimte voor spraaktherapie en bezigheidstherapie. Ze leren mensen met een beperking bijvoorbeeld omgaan met voorwerpen als wasknijpers, kranen e.d.Ook de integratie van kinderen met een beperking op school gaat een stuk beter, dankzij de bezoeken van PMRS en voorlichting aan leraren en medescholieren. We nemen afscheid van Mustafa, en de chauffeur brengt ons naar een school. We maken er kennis met Ibrahim. Dit jongetje zat met zijn vader in een auto die werd getroffen door een Israëlische bom. Zijn vader kwam om het leven, Ibrahim raakte gewond. Hij is in Duitsland geopereerd en heeft er vier maanden doorgebracht. Hoewel hij vier maanden school heeft gemist, hoort hij er weer helemaal bij en is een van de beste leerlingen van zijn klas, zegt de schooldirecteur trots.Tot slot gaan we op huisbezoek in vluchtelingenkamp Jabalya. Het is het grootste van de acht kampen in de Gazastrook. We klimmen in een sloppenwijk een paar trappen op naar de woning van Akram Ahmad Al-Awoor (38), vader van vier kleine kinderen. Hij was ambulancechauffeur en reed tijdens een tijdelijk staakt-het-vuren naar een gebombardeerd huis in de zwaar getroffen wijk Shezahiye. Ook verschillende persmensen reden erheen. Tenslotte was het er nu veilig, dachten ze. Maar eenmaal aangekomen werden ze gebombardeerd. Akram lag bij bewustzijn op straat en zag dat zijn been eraf was.Na de chirurgie kreeg hij ook nog bloedvergiftiging. Twee maanden bracht hij door in ziekenhuizen. Tijdens de oorlog bezocht de PMRS ziekenhuizen en zo kwam hij in contact met de organisatie. Hij krijgt nu fysiotherapie aan huis en verplegers van de PMRS verbinden zijn wonden. Zijn rechterbeen is geamputeerd, in zijn linkerbeen zit geen knieschijf. Hij had toestemming voor chirurgie in Turkije waar men hem een nieuwe knieschijf zou geven, maar Israël staat hem niet toe Gaza te verlaten. Dat maakt zijn vooruitzichten heel slecht, te meer daar ook zijn armen zijn getroffen – zijn linkerarm zit nog in het gips.Financieel heeft Akram het ook zwaar. Een klein uitkerinkje van zijn werk maakt weinig goed. Akram was als ‘medewerker van het Ministerie van Gezondheid’ en “dus” als medewerker van de Hamasoverheid al sinds februari dit jaar niet uitbetaald. Ook dat nog.We zijn allemaal zwaar aangeslagen na dit gesprek en vallen even helemaal stil van zoveel onrecht.Ruben Verhasselt