Kifaia-team in Gaza, dag 4 vervolg
Bezoek aan Beit Hanoun Elementary SchoolWe rijden naar de Beit Hanoun Elementary School. Die functioneert op het moment niet meer als lagere school, maar als opvangcentrum voor daklozen. Er wonen nu 113 families van in totaal 791 personen. Op het hoogtepunt van de crisis woonden er zelfs 3900 mensen (580 families). Je kunt je voorstellen wat een ongelooflijke krapte dat is geweest. Tijdens de oorlog waren er veel van dit soort ‘shelters’ voor daklozen. 87 van de VN, 22 van de Palestijnse Autoriteit; daarnaast vele niet-officiële opvangadressen.Op het schoolplein staat een auto met de aangehangen mobiele kliniek van de PMRS. Het is in dit geval een mobiele kliniek speciaal voor vrouwen. De auto met het kliniekje doet elke twee weken twaalf plaatsen aan. Nu zijn dat vijf van zulke opvangcentra, zeven kleine gemeenschappen.Op het schoolplein wordt Ruben aangeklampt door meneer Abeed, een vader van maar liefst 18 kinderen. Zijn huis van vijf verdiepingen ligt nu zeven verdiepingen onder de grond, zegt hij. Het werd direct getroffen door een bom. Hij tilt een broekspijp op om ons de tekens van verwondingen te laten zien. Hij houdt een lange redevoering en verzoekt ons met klem het verhaal van het lijden van de Palestijnen door te vertellen. En dan nodigt hij ons uit bij hem te komen eten in het opvangcentrum. Zo beleefd mogelijk slaan we zijn aanbod af. We moeten verder. Maar we beloven dat we zijn verhaal zullen doorvertellen.De foto’s hieronder spreken voor zich. In Beit Hanoun is opnieuw een enorme verwoesting aangericht. Huis na huis ligt in puin. De watertoren is moedwillig onklaar gemaakt. Er komt geen einde aan de ellende. En we zien jongens met blote handen en een hamer bezig op de puinhopen. Ze slaan het beton van de verwrongen betonijzers en anderen buigen die ijzers recht. Stapels betonijzers liggen klaar om weer nieuwe huizen te bouwen.Alleen is daarvoor cement nodig. En dat cement komt maar mondjesmaat binnen en is ook nog van inferieure kwaliteit. Zo wordt het geproduceerd door het Israëlische bedrijf Nesher, de hulpdonors betalen het. De Israëliërs monitoren ook de toelating van bouwmaterialen en de VN is hiermee akkoord gegaan...Ruben Verhasselt