Weer naar Gaza 2 - Waarom jongeren elke vrijdag demonstreren

Glenn Helberg is een psychiater die niet alleen kijkt naar de individuele problemen die mensen hebben, maar ook naar de context, de familie waar ze vandaan komen, en ook de politieke achtergrond. Als zwarte man, afkomstig van ‘de eilanden’ weet hij ook veel over het generatie op generatie doorgeven van de collectieve trauma’s van slavernij en kolonialisme. Hoewel wij in veel verschillen, Glenn en ik, deelt hij ook de feministische slogan waar mijn actieve leven mee begon: het persoonlijke is politiek. Het was dus een opwindende ontdekking dat we dat basale uitgangspunt ook deelden met de Palestijnse psychiaters.

Door Anja Meulenbelt

Met die twee psychiaters van het Gaza Mental Health Program kwam Glenn te spreken over de motivatie van al die jongeren die elke vrijdag meedoen aan de Great March of Return, waar ze heen gaan in het besef hun leven te kunnen verliezen. Waarom doen ze dat? Nee, niet omdat ze door Hamas zouden worden gestuurd, zoals de aanhangers van Israel ons graag willen laten geloven. Alsof die verschrikkelijk eigenwijze jongeren dat met zich zouden laten doen. We horen ook dat Hamas heel weinig met die protesten aan de grens te maken heeft. Ze weten het vanwege de doden, meer dan 200. Slechts 5% van de doden waren mensen van Hamas.

Geen enkel vooruitzicht

De eerste reden waarom de jongeren massaal aan de mars meedoen, horen we, is omdat ze geen toekomst hebben. Zestig procent van de jongeren heeft geen werk, wat het ook onwaarschijnlijk maakt dat ze zullen trouwen. En er is geen enkel vooruitzicht dat dat nog gaat veranderen. Ze zijn opgesloten, afgeschreven. Ze voelen zich nutteloos. Tegelijk hebben ze via sociale media allemaal contact met de buitenwereld, waar jongeren als zij wel de vrijheid hebben. Mensen houden het misschien wel uit in een gevangenis als ze weten wanneer ze weer worden vrijgelaten. Maar de jongeren van Gaza zien geen licht.

Alsof het gisteren gebeurde

Maar er is nog een tweede psychologische laag die maakt dat jongeren opstandig worden, en dat is hun gevoel van loyaliteit aan de ouders, aan de grootouders die de Nakba hebben meegemaakt, en alles verloren. Aan de doden. Aan hun plaats in de Palestijnse geschiedenis. Vraag een kind waar hij vandaan komt, en het antwoord dat je krijgt is dat van het dorp of stad die eens in Palestina was, en nu in veel gevallen niet meer bestaat. Een plek waar die jongeren nooit zijn geweest. Overal waar we komen hangt een afbeelding van een grote sleutel aan de muur, het symbool van het verloren land, het symbool van de terugkeer. En affiches, met slogans, met portretten van de martelaren, de gesneuvelden. Juist omdat het leven zo onleefbaar is, blijft dat verleden actueel, alsof het gisteren gebeurde.

We zijn bij de jongen die in zijn been is geschoten. Ik wijs Glenn naar de affiche op de muur. Het portret van een man, een martelaar. De vader van de jongen, die dood is. Gevallen in de strijd. Naast hem vier portretjes van kinderen. We herkennen de oudste die nu een tiener is. Het is de jongen die nu ook bijna een martelaar was. En nu moet leven met een handicap. Alsof hij het verplicht was aan zijn dode vader, om ook de strijd aan te gaan, met het risico dat ook hij niet zou overleven.

To exist is to resist

We zijn niet te verslaan zolang we gewoon hier blijven, zegt een van de collega’s van de PMRS. Alleen al blijven bestaan is verzet. To exist is to resist. We spreken in de bus terug met Ahmed, een van de jonge medewerkers van de PMRS. "Ik ben gespleten, zegt hij. Aan de ene kant ben ik ontzettend radicaal. Aan de andere kant probeer ik realistisch te blijven. Israel zal niet verdwijnen. We moeten met hen dealen. Maar hoe? De tweestaatsoplossing is al niet meer mogelijk. Eén staat, waarin meerdere etniciteiten met gelijke rechten naast elkaar zouden leven heeft meer kans. Voor de Palestijnen zou het mogelijk zijn. Ze zullen niet vergeven maar het accepteren. Maar de Israeli’s? Die geloven niet dat wij ook mensen zijn net als zij. Ze denken dat zij anders zijn. Ik denk niet dat ze ons kunnen accepteren als mensen waar je mee samen kunt leven", zegt Ahmed.

Het is wachten tot het dieptepunt is bereikt, en er een kentering moet komen. Want het is niet normaal dat Palestijnen maar door moeten leven met zoveel onrecht. Het kan zo niet doorgaan. Of we het nog mee gaan maken? Ik begin steeds meer te begrijpen waarom die jongeren elke vrijdag hun leven in gevaar brengen om te laten zien dat ze nog bestaan en niet opgeven. Soms denk ik dat de tranen die af en toe bij ons buitenlanders opkomen, de tranen zijn die zij zichzelf niet toestaan. 

Vorige
Vorige

'We zijn niet te verslaan zolang we hier blijven' en meer uit de laatste nieuwsbrief

Volgende
Volgende

Slachtoffers aanval Mavi Marmara: onwillige aanklager Strafhof móet onderzoeken