Kifaia-team in Gaza, dag 3

14 december: bezoek aan WHO.

’s Ochtends bezoeken we de World Health Organisation (WHO). We spreken er dr. Mahmoud Daher, head of office, dr. Mohammad Yaghi, technical officer, en Abdelnasr. Yaghi blijkt vroeger bij de PMRS te hebben gewerkt.

WHO 1

De WHO coördineert de gezondheidssector sinds 20 jaar (sinds het begin van Osloakkoorden) en werkt ook met NGO’s waaronder de PMRS. De PMRS wordt beschouwd als een van de leidende organisaties in de zorg, ook in de Westbank.

De WHO heeft onlangs onderzoek verricht naar de schade die de afgelopen oorlog heeft berokkend aan de gezondheidszorg. Een rapport van de World Bank over de schade op sociaal, economisch en infrastructureel gebied moet een dezer dagen verschijnen.

Op het gebied van de gezondheidszorg spreken we van 200 miljoen dollar schade. Eén ziekenhuis (El-Wafa in de wijk Al-Shijaya) werd geheel verwoest; vier ziekenhuizen zijn ernstig beschadigd. 64 primary health centers zijn beschadigd en ook een centrum voor zes- à zevenhonderd gehandicapten. Verder zijn veel ambulances vernietigd of beschadigd en veel verzorgers gedood. Nog 100.000 mensen hebben onderdak nodig. Onder hen zijn mensen die nu nog in de opvangruimtes zitten en mensen die tijdelijk bij familie zijn ondergebracht. Woningnood heeft een dramatisch effect op de gezondheid. De werkloosheid en armoede komen erbovenop. De blokkade is nu zelfs erger dan voorheen door de vernietiging van de tunnels, die economische verlichting gaven. Dit alles heeft een groot effect op de psychische gezondheid van de mensen.

Er zijn meer problemen. Ondanks de zogenaamde ‘eenheidsregering’ zijn Hamas en Fatah er niet in geslaagd hun geschillen te overwinnen. Van de 11000 ambtenaren/werkers van het Ministerie van Volksgezondheid worden er 5000 niet betaald, omdat ze formeel zijn aangesteld door Hamas. Van de 6000 mensen die voor de verkiezingsoverwinning van Hamas zijn aangesteld en die wel worden uitbetaald, zitten er 2000 thuis.

Schoonmakers worden niet betaald en zijn nu in staking. Brandstofkosten zijn ook ruim verdubbeld. Dit omdat de stroomvoorziening is gebombardeerd en er een groot beroep gedaan moet worden op generatoren. (En het gebruik van generatoren bekort de levensduur van elektrische apparatuur…)
Er is een chronisch tekort van 25% aan medicijnen in Gaza.

Vroeger, toen nog 120.000 Gazanen in Israël werkten, werd met een maandelijkse bijdrage van 93 sjekel de gezondheidszorg draaiend gehouden. Nu komt nog slechts 20% van de inkomsten uit lokale bron, de rest moet van buiten komen. Er is sprake van “on-ontwikkeling” (de-development) van de gezondheidssector en de hele maatschappij. We zijn hier nu acht jaar terug in ontwikkeling, wat een nog langere schade inhoudt in de ontwikkelingscyclus. Je draait die achteruitgang niet in acht jaar terug.

In de Gazastrook worden 55.000 kinderen per jaar geboren (met een kindersterfte van 18 per 1000). Met een bevolkingstoename van 400.000 in acht jaar heb je acht à tien nieuwe primary health centers nodig, maar die zijn er de afgelopen acht jaar niet bij gekomen. Ook aan de benodigde nieuwe dokters, chirurgen, verplegers ontbreekt het. Bovendien mogen de bestaande medici het land niet uit voor bijscholing en training.

Joes informeert naar de toegezegde noodhulp van 4,5 miljard. Is daar wat van binnengekomen? Niet of nauwelijks, zo blijkt, omdat er eerst schattingen van de schade moesten worden gemaakt, en dat heeft tijd gekost. Bovendien is de ervaring dat er op papier geld wordt toegezegd, maar in de praktijk weinig boter bij de vis wordt geleverd. Zo beloofde Saudi-Arabië 52 miljoen, daarvan is 1 miljoen gearriveerd. Oman beloofde 5 klinieken, maar er zijn geen bouwmaterialen door de Israëlische blokkade. Enige noodhulp is binnengekomen van de Islamic Bank en uit landen als Turkije, Noorwegen en Zwitserland. Het geld is vooral besteed aan de leniging van de medicijntekorten, mobiele klinieken en sociale gemeenschapsactiviteiten.

Han vraagt naar de situatie van de gehandicapten. Er zijn er duizend bij gekomen in de afgelopen oorlog. Daarvóór al was er nauwelijks of geen infrastructuur voor hen. Er is wel een centrum voor de productie van protheses, maar dat kampt voortdurend met tekorten. Een VN-fonds geeft alleen geld voor ‘advocacy’ (belangenbehartiging en pleitbezorging). Het aantal gehandicapten is uitzonderlijk hoog en er is dramatisch veel steun nodig op het gebied van beperkingen, maar ook op het gebied van niet-overdraagbare ziekten zoals kanker (die weer tot nieuwe lichamelijke beperkingen kunnen leiden) en op het gebied van geestelijke gezondheid.

Guido vraagt: “Hoe verdeel je de ellende?” Daher antwoordt: “Equity in the misery is justice.” De afgelopen drie, vier jaar is enorm veel moeite gestoken in het omgaan met de situatie. Er zijn op het moment 170 artsen die in het buitenland worden getraind, hopelijk komen die terug. Maar ook dat is niet genoeg. Er zijn opleidingen voor dokters en verplegers in de Gazastrook, maar niet voor specialisten. Bovendien zijn sommige opleidingen van slechte kwaliteit, omdat er geen mogelijkheden zijn om nieuwe technieken en vaardigheden aan te leren. De media en internet helpen, maar de fysieke uitwisseling van kennis blijft nodig om vaardigheden te trainen.

Zo zijn er bijvoorbeeld 280 verloskundigen in de Gazastrook, terwijl er drie maal zoveel nodig zijn. Alleen al in het Shifa-ziekenhuis worden 16.000 kinderen per jaar geboren, evenveel als in heel Noorwegen. De bevolking van Gaza verdubbelt in 15 à 20 jaar. Waren er in 1997 nog 900.000 inwoners, nu zijn het er 1,8 miljoen. De problemen zijn dus nauwelijks te overzien en het is duidelijk dat er zo spoedig mogelijk een einde moet komen aan het Israëlische beleg en de blokkade om de bevolking een leven in waardigheid en vrede te kunnen geven.

WHO 2

Ruben Verhasselt

Plaats een reactie