Van ‘god’s eigen seksist’ naar Palestina-activist en vriend

Dries van Agt is 93 geworden, en samen met zijn vrouw Eugenie, even oud, besloten ze samen dat ze er een punt achter gingen zetten, en hand in hand gleden ze uit het leven, op 5 februari. Natuurlijk staan de kranten vol met (vast al veel eerder geschreven) afscheidsteksten – Van Agt was een bijzonder en ook omstreden mens.

Door Anja Meulenbelt

Mijn herinnering aan hem gaan terug naar de beruchte bezetting van de abortuskliniek Bloemenhove. Het was 1976, en op de radio hoorden we dat die kliniek gesloten zou gaan worden. Een groepje feministes reed er heen, knipte de zegels door die deur afsloten, en gingen binnen zitten, met het idee zolang wij daar binnen zijn kunnen ze de boel niet sluiten. Ik was er bij. Het was een geweldige spannende actie, die we, een beetje tot onze eigen verrassing, zomaar wonnen. Degene die er toen over ging was de minister van Justitie, Dries van Agt. Iemand wist hoe je naar de radio van de politie kon luisteren, en we hoorden hoe de troepen al klaar stonden om ons, inmiddels honderden vrouwen, uit het gebouw te halen. Maar het gebeurde niet. Pas later kregen we van Van Agt zelf te horen waarom niet. Hij zag er zo tegenop, dat al die vrouwen, die je toch niet zomaar beet kon pakken, er uit gesleept zouden worden. Dat wij de wet hadden overtreden vergat hij liever. Ik stond nog op een foto die de kranten haalden, samen met andere vrouwen en een affiche in onze handen: Van Agt, God’s Eigen Seksist.

Er zijn niet veel politici die hun hart en geweten zo laten spreken dat ze drastisch van mening en houding veranderen. Van Agt, katholiek, conservatief, bezocht de Westelijke Jordaanoever, en dat werd een bliksembekering. ‘Ik zag hoeveel onheiligs er gebeurde in het Heilige Land’, en als jurist, die thuis was in het internationale recht nam hij de consequenties. Hij bleef nog 20 jaar lang lid van het CDA, maar zoals hij me zelf vertelde, dat deed hij vooral in de hoop dat de christelijke partij zich eindelijk eens als ware christen op zou stellen en het onrecht dat de Palestijnen werd aangedaan  onder ogen zouden zien. Daar is hij tot zijn verdriet niet in geslaagd. Ik heb enorm veel respect voor de moed die hij had om openlijk van mening te veranderen, daar ook voor uit te komen. Hij verloor er vrienden door. En ik maakte mee hoeveel behoefte hij had in die eenzame positie, aan nieuwe vrienden.

Ik leerde hem persoonlijk kennen bij een van de vele Palestina bijeenkomsten. Toen we aan elkaar werden voorgesteld dacht ik dat ik maar even iets op moest biechten, ‘meneer van Agt, een van die vrouwen die bij de Bloemenhovekliniek stond me een affiche ‘Van Agt Gods Eigen Seksist’ dat was ik’. Waarop hij minzaam glimlachte en zei: ‘mevrouw Meulenbelt, zullen we dat dan maar achter ons laten ?’  Vanaf dat moment zeiden we je en jij, en werd hij Dries en ik Anja.

We kwamen elkaar vaker tegen. Hij vroeg me nog een keer uit te leggen hoe het zat met Gaza, en met Hamas, wat klopte er met wat hij daarover hoorde? Niet veel, kon ik hem vertellen. Ik maakte hem mee op de verjaardag van een inmiddels gemeenschappelijke vriend, Hajo Meyer, de antizionistische joodse Auschwitz overlevende. Het was voor van Agt zo belangrijk om te laten zien dat opkomen voor de rechten van Palestijnen niet betekende dat hij de joden vergat. Hij was nog een keer zo aardig om het eerste exemplaar van een boek van me ‘Zoals het oog de regenboog” in ontvangst te nemen en er wat waarderends over te zeggen.

Wie had, destijds kunnen denken dat ik nog eens een wenende voormalige minister van Justitie in mijn armen zou houden?

Het was een keer op een bijeenkomst voor de protestantse kerk over Palestina dat ik een toespraak hield. Ik was net terug uit Gaza, na een van die vreselijke Israëlische aanvallen en ik was geëmotioneerd. Na afloop, bij de deur, kwam hij naar me toe. Hij zei: ‘Anja, ik moest daar wel een beetje om huilen’, en voor ik wist wat er gebeurde stond ik daar met een snikkende Dries.  Wie had, destijds, bij de Bloemenhove kliniek, kunnen denken dat ik nog eens een wenende voormalige minister van Justitie in mijn armen zou houden?

Dag vriend, het was een voorrecht je te mogen kennen. Laat je nagedachtenis ons tot zegen zijn.