Donoractie 2012

Zorg is waar onze partner, het NCCR in Gaza, zich al tien jaar voor inzet. Maar zorg voor de gehandicapten is niet het enige dat er nodig is. Het onderwijs moet bereid zijn om kinderen met een beperking welkom te heten. Werkgevers moeten mensen met een handicap in dienst nemen. Taxichauffeurs mogen mensen die niet kunnen lopen niet weigeren. Gebouwen moeten rolstoeltoegankelijk worden.

Het NCCR zet zich samen met de gehandicapten in tegen vooroordelen, ze demonstreren minstens twee keer per jaar voor hun rechten, ze lobbyen bij de ministeries, politie en religieuze leiders, en hebben met succes een plaats veroverd in de media. Hun boodschap: ‘we zijn méér dan patiënt’, begint door te dringen.

Lees meer

WAAROM ALEXANDRA MEEDOET

Het verhaal van Alexandra Hotke – Ik ben als kinderfysiotherapeut opgeleid in Nederland. Als therapeut heb ik de kans gekregen om gehandicapte kinderen, samen met hun ouders, op weg te helpen naar een zo volwaardig mogelijk bestaan. Dat heeft mij unieke ervaringen opgeleverd, maar tegelijk zo waardevol dat ik ze graag met anderen wilde delen. … Lees meer

Laatste verhaal uit Gaza: over depressies


(Annechien Limburg)

Het laatste verhaal: Annechien Limburg, psychiater, hield een inleiding voor de teams van het NCCR over depressies, en Christine tekende het op. Hierbij.

Donderdag. Annechien geeft college over depressies Ze begint met een oefening: wat doe je om je beter te voelen als je down bent. “Praten met mijn beste vriend”, zegt sociaal werker Diya. “Muziek draaien en koran lezen”, zegt verpleegkundige Feryal.

Depressie kan verschillende oorzaken hebben. Het kan in de familie zitten, psychologische factoren kunnen een rol spelen. Mensen met borderline kunnen zich bijvoorbeeld een lange tijd leeg en geïsoleerd voelen. Ook perfectionisten zijn gevoelig voor depressie. Natuurlijk zijn er sociale factoren zoals trauma, geweld of het verlies of ziekte van een geliefde die tot depressie kunnen leiden.

Medicatie is een behandelmogelijkheid, maar een die in Gaza niet altijd voorhanden is. Annechien gaat in op therapie en leert de teams een handig trucje: het genogram, wat zoveel is als een stamboom. Al pratend teken je de ouders, grootouders, broers en zussen in de stamboom. “Stel vragen”, houdt Annechien de teams voor. “Leven de grootouders, ouders of broers en zussen nog? Zijn ze overleden door een ziekte of ongeluk? Wie van je familieleden kent jou het beste? Wie is de baas? Kijken naar het papier en niet naar elkaar, kun je bijna alles vragen.” Psychologe Eilin schrijft driftig mee. Later die middag zal ze de nieuwe methode in praktijk brengen in gesprek met een vrouw die slachtoffer is van huiselijk geweld.

“Wat is het doel?”, wil Diya, die altijd graag snel ter zake komt, weten. De deur openen, zegt Annechien, de patiënt laten vertellen. Al pratend krijg je zicht op de positie van de patiënt in zijn familie en kom je achter oud zeer dat in een gesprek of op huisbezoek niet boven tafel komt. “De patiënt draagt vaak het symptoom van een probleem dat een generatie hoger ligt”, weet Annechien uit ervaring. “Als bijvoorbeeld veel mannen in een familie dood zijn, kan dat iets zeggen.”

Nog een oefening: wat doe je als je boos bent? “Dan schreeuw ik,” zegt fysiotherapeute Mayyasa, “tot mijn moeder zegt dat ik mijn kop moet houden. Dan voel ik me schuldig dat ik iedereen in huis van streek maak en voel ik mijn zenuwen branden van kwaadheid op mijzelf.” Annechien vraagt dit niet voor niets: depressie is vaak woede die er niet uitkomt. “Het is belangrijk dit te bespreken met je patiënt. Vraag hem of haar: wat maakt je kwaad? En vertel de familie: depressie is geen zwakte maar een ziekte.

Huilen heelt. Weer is het Diya die het woord neemt. Hij vertelt over een training die Jan Andreae, een goede bekende van Kifaia, kort na de verwoestende aanvallen van 2009 gaf. Het was een moment waarop de teams zich nu eens niet concentreerden op hun patiënten, maar stilstonden bij wat de aanvallen met henzelf hadden gedaan. Diya vertelt hoe hij brak toen hij zich uit de groep mannen had moeten vechten die hem omringden en voor het eerst in staat was ‘help me’ te zeggen. “Toen leerde ik pas hoe belangrijk het is om dingen niet op te kroppen.”

Christine de Vos

Tot zover Christine. Over dat verhaal van Diya: daar was ik bij. Het was heel aangrijpend om mee te maken hoe die man die al die psychologie maar onzin vond opeens ontdekte hoe zijn eigen emoties meespeelden, en hoe hij voor het eerst zijn kwetsbaarheid kon laten zien. Hier het verhaal, van die training, toen. Ik ben er heel blij om hoe we in de loop van de jaren steeds een stapje verder komen, en hoeveel we van elkaar kunnen leren in de samenwerking. Voor de hulpverleners die we daar kennen, meestal met een medische achtergrond, was ‘psychologie’ iets voor mensen waar iets mis mee was, en de psychologen die in de teams zaten waren vooral opgeleid om psychische ziektes te onderkennen, maar niet om met de mensen mee te denken en eraan te werken hoe ze met al hun emoties om kunnen gaan. In Gaza is de traumatisering, het verlies, het geweld, het moeten leven zonder toekomst, in extreme afhankelijkheid van hulp van buitenaf en het bestaan onder een gewelddadige onderdrukkende bezetting zo ‘gewoon’, dat het niet vanzelfsprekend is om psychologische inzichten in te zetten om elkaar te helpen te overleven. Wij zien dat het denken daarover steeds meer meegenomen wordt in het werk van de teams, en het is echt fijn om mee te maken dat onze bijdrage aankomt.

Anja Meulenbelt

Gaza, 22 juni 2012

120622 1

Ochtend: ik assisteer Mark met het maken van de interviews voor zijn film. Khaled, de pionier die na zeven jaar gevangenis besloot om dit project voor gehandicapten op te zetten legt zijn visie uit: dat het niet alleen gaat om medische zorg en psychologische hulp, maar dat mensen met een handicap het recht hebben om als volwaardige en waardevolle mensen deel te nemen, en er dus heel veel moet veranderen in de gemeenschap zelf.

120622 2

120622 3

120622 4

Boven zijn de anderen bezig met een workshop over depressies. Het is voor de mensen hier moeilijk om te onderscheiden wat er met mensen gebeurt; wat is een normale menselijke reactie op een onmenselijke situatie, wanneer spreek je echt over een depressie, hoe help je mensen weerbaarder te zijn. Als ik boven kom hoor ik Annechien, de psychiater, vertellen over hoe mensen het redden als de vier peilers onder hun leven in orde zijn: hun gezondheid, familie, werk, hun vrijetijd, en daar bovenuit, hun religie, en hoe mensen door hun hoeven kunnen zakken als er te veel peilers niet in orde zijn. We zien het steeds opnieuw, op onze huisbezoeken, er zijn bijna geen families met maar één probleem.

120622 5

120622 7

120622 8

Dat betekent ook dat de teams steeds beter leren om de psychologie, de mensenkennis, te integreren in hun aanpak. Het gaat bijna nooit alleen om een kind dat gehandicapt is geraakt, of een oude vader die niet meer kan lopen – er is ook de wanhoop wat er moet met de toekomst van een kind dat niet zal trouwen, over de vader die geen werk heeft, over zieken die in Gaza geen behandeling kunnen krijgen, en dat alles trekt ook een zware wissel op de onderlinge verhoudingen binnen de families. Vanwege de privacy en het vertrouwen dat de patiënten ons geven zeg ik het er op mijn weblog niet altijd bij, maar we horen ook verhalen van geweld binnen relaties. Mannen die hun machteloosheid omzetten in geweld tegen hun vrouw. Vrouwen die niet weg kunnen, want scheiden betekent terug moeten naar je eigen familie, en je kinderen achter moeten laten bij de familie van je man.

De teams leren steeds beter om ook zulke verhalen boven tafel te krijgen, en te proberen te bemiddelen, wat een vrouw moet doen voor haar eigen veiligheid, hoe een man overgehaald kan worden om wat anders te doen met zijn frustratie dan alles te projecteren op zijn echtgenote en zich op haar uit te leven. Hoe de familieleden als een buffer kunnen fungeren. Want Blijf van m’n Lijf huizen zijn hier nog ondenkbaar.

120622 9

120622 10

120622 11

120622 12

We gaan die middag naar een familie waarbij het jongste zoontje is geboren zonder armen. De ouders zijn daar beiden erg van geschrokken, en hadden in het begin moeite om hun zoon te accepteren zoals hij is. Maar het jongetje heeft geweldig goed geleerd om zijn handicap te compenseren, en doet alles met zijn mond en zijn voeten, en rent vrolijk de trappen op en af, en komt weer thuis met een boodschap tussen zijn tanden. Hij laat ons zien hoe hij zelf zijn tanden kan poetsen. Even voel ik me daar erg ongemakkelijk bij, zitten we niet erg aapjes te kijken? tot het tot me doordringt dat al die aandacht voor dat briljante zelfredzame jongetje ook maakt dat de ouders meer blij met hem kunnen zijn. Dat ze trots kunnen zijn op zo’n bijzonder kind.

120622 13

120622 14

120622 15

120622 16

120622 17

120622 18

Annechien en ik hebben het erover wat ik in Gaza zie, na al die jaren: dat je aan de ene kant kunt zeggen dat praktisch de gehele bevolking stevig getraumatiseerd is. Maar dat aan de andere kant de kinderen over het algemeen erg geliefd zijn. Ook vaders zie je hun kinderen zonder gêne knuffelen en koesteren, ze hebben oudere broers en zussen, en oma’s en nog veel meer mensen die om ze geven.

Als we later op de middag even koffie gaan drinken in het huis van nde nieuwe PR-man Eyman, die ook als tolk fungeert, zien we hoe enthousiast een neefje zich in zijn armen, werpt. Eyman is zijn lievelingsoom en de genegenheid is wederzijds. Dat betekent ook dat op uitzonderingen na de kinderen geliefd en gewenst zijn, en ondanks alle onveiligheid toch ‘veilig gehecht’ – misschien dat dat verklaart waarom we ondanks alles zien dat zoveel mensen een onverwoestbaar gevoel van eigenwaarde, van waardigheid hebben. Ik vergelijk dat met mijn werk in de Balkan, daar waren de mensen er psychisch zoveel slechter aan toe, zoveel vaker depressief.

120622 19

120622 20

120622 21

120622 22

Ik vind het elke keer weer een feest om mee te maken hoe iemand met frisse ogen naar Gaza kijkt, en naar het werk dat het NCCR doet, het fantastische team aan toegewijde mensen waar we zo trots op zijn, en waar we zo graag mee samenwerken. De vertrouwensband is gegroeid, we kunnen veel van elkaar hebben, zij zijn kritischer tegenover ons, wat we zien als een goed teken, en wij kunnen ook vaker zeggen wat wij zien, wat er beter kan. We zien ook dat ze steeds minder bang zijn om tekort te schieten in onze ogen, en daarom met de cases aankomen waar ze graag professioneel advies bij willen hebben. En ik vind dat het er ongelooflijk gelijkwaardig aan toegaat. Annechien past er helemaal in, en ze heeft al alle harten gestolen met haar Arabisch en haar echte belangstelling. Ze is in Marokko geweest, en in Syrië, zo’n islamitische gemeenschap is niet zo nieuw, maar ze uit haar bewondering voor de manier waarop mensen overleven en hoe de teams werken. Ze komt vast weer terug.

120622 23

‘Weet je wat het is,’ zegt Annechien, ‘ik heb het gevoel dat het beste hier in me boven komt’. Wat leuk, want precies die woorden hebben Joes en ik ook eens tegen elkaar gezegd toen we ons afvroegen waarom we steeds maar weer terug wilden naar Gaza. Ja, solidariteit natuurlijk, en een groot gevoel over dat onrecht, wat zo onacceptabel is, en een verantwoordelijkheid om er wat aan te doen waar je je niet aan kan onttrekken als je de realiteit eenmaal hebt gezien, maar dat is niet het hele verhaal. We hebben helemaal niet het gevoel dat we ons opofferen. We krijgen er ook veel voor terug. En nee, dat is niet de ‘dankbaarheid’, het is dat je ook vrede kunt hebben met jezelf, tevreden kunt zijn, als je het gevoel hebt echt wat bij te kunnen dragen en daar op je best te zijn.

120622 24

120622 25

120622 27

120622 28

120622 29

120622 30

120622 31

120622 32

Joep, de arts voor wie het de tweede keer is, en die ook al helemaal zijn eigen plaats heeft, heeft een kleine verrassing – hij deelt een prijs uit, symbolisch, een paar klompjes, aan een paar mensen die hem in de afgelopen dagen zijn opgevallen. Dia, bijvoorbeeld, die in de training altijd het eerste en hoogste woord heeft en daar ook nauwelijks meer van af te brengen is als hij eenmaal praat, blijkt als hij met zijn patiënten omgaat een engel van geduld. En dan is er de verpleegster Feryal die bij het verlamde meisje met haar gebroken nek als enige zag dat ze niet lekker was en koorts bleek te hebben, wat de drie aanwezige artsen was ontgaan. Hulde voor die liefdevolle blik van een verpleegkundige. En dan is er nog een paar klompjes voor Eyman, die al die dagen tolkte, en nu wel doodmoe moet zijn. Bij de laatste ronde zegt Yahya, we are one body.

120622 33

’s Avonds zitten we met een grote groep mensen op het strand, met shisha, de waterpijp, met nootjes en glazen mangosap en cola, en kopjes koffie, de kamelen lopen langs, in de verte zien de we lichtjes van de Israëlische marine die de dag ervoor zes vissers gevangen hebben genomen, dus die avond varen de vissers niet uit en de dag erna zal er geen verse vis zijn. Er zijn de afgelopen dagen aanvallen geweest en er zijn raketten afgeschoten, maar nu lijkt er weer een wapenstilstand te zijn – waarvan we als we thuis zijn pas horen dat die het niet heeft gehouden, twee nieuwe doden onder wie een jongetje van zes.

120622 34

Alles gedaan, borduurwerk ingepakt, alle zakelijke dingen die nog moesten, het overleg over voor welk doel we in september actie gaan voeren – daar zal ik nog een keer uitgebreid op terugkomen, we maken weer nieuwe plannen voor de volgende keer, en dan scheuren we ons weer los, laten onze vrienden achter in hun gevangenis en gaan zelf op weg, de volgende ochtend. Erez, waar we uren moeten wachten, we halen nog maar op het nippertje ons vliegtuig. Mijn Palestijnse hart blijft daar terwijl mijn Nederlandse lijf naar huis vliegt.

120622 35